Meer marktmacht voor de boer!

Door Sofie Joosen op 8 november 2023, over deze onderwerpen: Landbouw

'Meer marktmacht voor de boer', dat was de centrale stelling tijdens de persconferentie van de drie N-VA-parlementsleden waarbij ze een aantal voorstellen op tafel legden die de boeren moeten ondersteunen om een eerlijke prijs te ontvangen voor hun producten. Deze gezamenlijke inspanning om de economische positie van de Vlaamse boeren te versterken, komt op een cruciaal moment. Niet alleen leeft vandaag een aanzienlijk aantal boeren onder de armoedegrens, ook het Europese landbouwsubsidiebeleid komt meer en meer onder druk.

Geert Bourgeois, N-VA-delegatieleider in het EP en initiatiefnemer van de voorstellen: “Als politicus uit een van de meest landelijke provincies van Vlaanderen gaat de situatie waarin veel boeren zich vandaag bevinden mij recht naar het hart. De boer is de belangrijkste schakel in de keten, maar slaagt er te weinig in dat om te zetten in de bijhorende marktmacht. Het bestaande regelgevingskader slaagt er onvoldoende in om de landbouwer een redelijke levensstandaard te verzekeren. Boeren mogen en moeten zich kunnen verenigen om sterker te staan. Ons uitgangspunt is dat de boer een goede prijs verdient voor zijn goede waar, dit alles zonder prijsverhoging voor de consument. Het gaat over een eerlijke waardeverdeling binnen de voedselketen.”.

Johan Van Overtveldt, N-VA-Europarlementslid en voorzitter van de Budget commissie in het EP: “Gezien de toenemende druk op het EU-budget is het slechts een kwestie van tijd eer de klassieke subsidieprogramma’s, zoals die voor de landbouwsector, in het vizier komen. De (budgettaire) uitdagingen in Europa blijven zich opstapelen en hoewel maar liefst een derde van het totale EU-budget naar landbouw gaat, moeten onze boeren vechten om het hoofd boven water te houden. Een herziening dringt zich op. Door o.m. de marktmacht weer aan de boeren zelf te geven, creëren we meer budgettaire ruimte om onze competitiviteit te versterken met een shift in het budget naar meer onderzoek en ontwikkeling”.

Sofie Joosen, Vlaams parlementslid en vast lid van de commissie Landbouw in het Vlaams Parlement: In Vlaanderen leeft 1 op de 4 boeren onder de armoedegrens en maakt 1 op 7 enkel verlies. De boer moet voor zijn producten een correcte prijs krijgen. Het oprichten van producentenorganisaties kan hierin een belangrijke stap voorwaarts zijn. We moeten als overheid de oprichting van zulke producentenorganisaties ondersteunen en vereenvoudigen. Als prijszetter krijgt de boer een correctere prijs voor zijn producten. De oprichting van producentenorganisaties is hierin een belangrijke en noodzakelijke stap waarbij we als overheid willen helpen.

Samenwerking tussen boeren mogelijk maken, ondersteunen en promoten

Zowel in de verwerkende industrie als in de retail deed zich in de afgelopen decennia een belangrijke concentratiebeweging voor, terwijl de sector van de landbouwproductie traditioneel zeer versplinterd is, met zeer veel kleine familiebedrijven.  Door die versplintering komen (kleine) landbouwproducenten doorgaans tegenover sterke(re) leveranciers/afnemers te staan. De landbouwer bevindt zich vaak in een zwakke onderhandelingspositie door zijn gebrek aan marktmacht, en betaalt hiervoor de prijs.

Om die scheve machtsverhouding recht te trekken moeten boeren zich kunnen verenigen en samenwerken. De sleutels daartoe liggen zowel op Europees als op Vlaams vlak. Een eerste sleutel zit verscholen in het Europese mededingingsbeleid. Hoewel dat mededingingsbeleid kartelvorming streng verbiedt, bestaan er uitzonderingen. Het is in Vlaanderen amper geweten, maar Geert Bourgeois bevestigt dat het mededingingsrecht landbouwers, wel degelijk toestaat om producentenorganisaties op te richten. Als zo’n producentenorganisatie erkend wordt, mogen landbouwers daarbinnen afspraken maken en hun krachten bundelen om sterker te staan tijdens (prijs)onderhandelingen met andere spelers in de keten.

Commissaris Vestager bevestigde de bevindingen van Bourgeois en zei hem- dat er te weinig gebruik van gemaakt wordt, maar dat de prijzen die de boeren krijgen effectief stijgen waar boeren gebruikmaken van deze uitzondering op de mededinging. Ze gaf ook toe dat de regels complex, mogelijk onvoldoende duidelijk en te weinig bekend zijn. Zij zal dit op vraag van Bourgeois nagaan. N-VA blijft aandringen op een leesbaar en rechtszeker kader voor landbouwers die willen samenwerken.

Dat brengt ons tot de tweede sleutel, op Vlaams niveau. Uit een antwoord van minister Brouns aan Sofie Joosen blijkt dat er in Vlaanderen inderdaad nog te weinig erkende producentenorganisaties en unies van erkende producentenorganisaties zijn. De uitzondering op het mededingingsbeleid is bij onze Vlaamse boeren niet alleen te weinig bekend, er zijn momenteel veel te veel obstakels die onze landbouwers verhinderen om dergelijke organisaties op te richten en draaiende te houden.

De N-VA-parlementsleden roepen de Vlaamse minister van landbouw op om hier meer op in te zetten en het oprichten van erkende producentenorganisaties bij onze landbouwers actief te promoten dankzij sensibiliseringscampagnes, maar ook door de administratieve lasten hiertoe te verlagen en ondersteuning te bieden, zowel bij de oprichting als de werking van dergelijke organisaties. Dat kan bijvoorbeeld dankzij de de-minimis regeling ter waarde van 25.000 euro die niet als staatssteun geldt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is