N-VA ziet vooral wat landbouw kan winnen bij Mercosur.

Door Sofie Joosen op 5 maart 2018, over deze onderwerpen: Landbouw

Volgend artikel verscheen op Vilt op 1 maart.

De lidstaten zitten op dit moment niet mee aan de onderhandelingstafel voor een associatieverdrag tussen de EU en Mercosur. Jos De Meyer (CD&V) en Francesco Vanderjeugd (Open Vld) vertolken in het parlement de ongerustheid die leeft in landbouwmiddens, maar zonder zicht op de concrete teksten kon minister Schauvliege de discussie niet ten gronde voeren. “Zoals steeds hebben beide partijen zowel offensieve als defensieve belangen”, zegt ze. De export van zuivel, groenten en fruit kan er op vooruitgaan. Voor vlees valt meer import te vrezen. “Kijk naar het totaalplaatje want er zijn veel sectoren bij betrokken en ook onze Vlaamse landbouw heeft nieuwe afzetmarkten nodig”, zegt Sofie Joosen (N-VA), geïnspireerd door de regeringsnota van minister-president Geert Bourgeois.

De Europese Commissie timmert aan een handelsakkoord met de Mercosur-landen. “Geen handelsakkoord, maar een associatieverdrag”, zette minister Joke Schauvliege de puntjes op de i in de landbouwcommissie van het Vlaams Parlement. “Een associatieverdrag tussen de Europese Unie en Mercosur is een samenwerking die verder gaat dan alleen handel en voedsel. Ook veiligheid, bestrijding van corruptie en mensenrechten komen aan bod.”

Het handelsluik van het associatieverdrag, waarover vragen gesteld werden door parlementsleden, is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. De andere luiken zijn dat niet. “Mocht de Commissie erin slagen om de onderhandelingen af te ronden en mochten de Raad en het Europees Parlement het vervolgens goedkeuren, dan moeten alle lidstaten het nadien ratificeren vooraleer het integraal in werking kan treden. In ons geval moeten alle intra-Belgische parlementen daarover instemmen, maar zover zijn we nog niet”, verduidelijkt Schauvliege.

Net omdat België of Vlaanderen niet mee aan de onderhandelingstafel zitten, kan de minister niet antwoorden op de vragen van Jos De Meyer (CD&V) en Francesco Vanderjeugd (Open Vld). Zij maken zich net zoals de landbouworganisaties zorgen over bijkomende druk op de landbouwmarkten indien de import vanuit Zuid-Amerika toeneemt. Ook het gelijke speelveld en meer bepaald de kwaliteit van de Zuid-Amerikaanse producten baren zorgen in het licht van het grote voedselschandaal dat Brazilië vorig jaar kende. Schauvliege wijst enkel op het bestaan van zowel offensieve belangen als defensieve belangen (runds-, varkens- en kippenvlees maar ook witte suiker en bio-ethanol). De offensieve handelsbelangen situeren zich niet allemaal buiten de landbouwsector. Voor producenten van zuivel, groenten en fruit zou een verdrag met Mercosur positief kunnen uitdraaien.

Ingevoerde producten zullen altijd aan de Europese normen inzake voedselveiligheid moeten voldoen, maar andere productierandvoorwaarden kunnen veel soepeler zijn voor Zuid-Amerikaanse boeren. Minister Schauvliege somt er een aantal op: dierenwelzijn, natuur, klimaat, gewasbeschermingsmiddelen, ggo’s, enz. “De kostprijs om 1 ton suiker of 1 ton vlees te produceren, is daardoor significant lager dan bij ons. Daardoor slaagt men erin om, ook nadat de transportkosten erbij komen, dezelfde producten aan een lagere prijs af te zetten op de Europese markt.”

De Meyer en Vanderjeugd lijken zich daarover grotere zorgen te maken dan N-VA-parlementslid Sofie Joosen. Zij merkt op dat Vlaanderen veel te winnen heeft bij goede handelsakkoorden. “Het gaat over veel meer dan alleen landbouw. Er zijn veel andere sectoren bij betrokken, en landbouw heeft zelf ook offensieve belangen naast de louter defensieve belangen. De Vlaamse regering heeft dan ook op initiatief van minister-president Bourgeois een nota goedgekeurd die de belangen duidelijk definieert. Onze Vlaamse landbouw heeft nood aan het aanboren van nieuwe markten en het bijbehorende groeipotentieel. Tegelijk vraagt Vlaanderen specifieke aandacht voor gevoelige landbouwproducten. De regeringsnota is zeer evenwichtig.”

Bij dat betoog voor meer vrijhandel tussen Europa en Zuid-Amerika plaatsen volksvertegenwoordigers De Meyer en Vanderjeugd meteen kanttekeningen: “Als de landbouwsector fel getroffen wordt, moeten er compenserende maatregelen zijn. De productierandvoorwaarden voor de ingevoerde producten moeten dezelfde zijn als die we opleggen in ons land. Het is belangrijk dat de vrije markt een eerlijke markt is en dat voor iedereen binnen die markt dezelfde regels gelden.”

In de regeringsnota waarnaar Joosen verwijst, ligt de nadruk op de offensieve handelsbelangen van landbouw maar staat ook te lezen: “Vlaanderen wil de markttoegang verbeteren voor zowel landbouw- als niet-landbouwproducten zonder afbreuk te doen aan de defensieve belangen voor gevoelige landbouwproducten.” Meer exportkansen genereren voor landbouwproducten wordt in de nota gekoppeld aan het afbouwen van landbouwsubsidies, “met respect voor de geleverde inspanningen van de landbouwsector binnen de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid”. De sector in zijn geheel omschrijven als gevoelig voor meer vrijhandel doet minister-president Geert Bourgeois niet. Horen wel in dat lijstje thuis: cultuur, onderwijs, gezondheid en welzijn, enz.

http://www.vilt.be/n-va-ziet-vooral-wat-landbouw-kan-winnen-bij-mercosur

​Herbekijk de tussenkomst van Sofie in het Mercosur-debat in de commissie landbouw hier :

                                

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is